Tijdeng, Batavia 1944. Het kleine jongetje Jeroen zit met zijn grootmoeder, moeder en zus gevangen in een door de Japanners ingericht vrouwenkamp. Hij is er getuige van hoe zijn moeder en de andere vrouwen door de Jappanen worden vernederd, gestraft en gefolterd. Het schijnt hem nauwelijks te deren. Wat hij wil is een andere moeder, want 'deze is kapot'- Pas vele decennia later, als zijn moeder is gestorven, wordt hij zich ervan bewust dat hij in zijn kleuterjaren een ervaring heeft gehad die zijn hele leven bepaald heeft en hem innerlijk verminkt heeft achtergelaten.